De auto zet ik bij de bosrand bij de Fuutlaan neer. Het
begint meteen te kriebelen. Ik schrik me rot als ik het parcours zie, niks
verharde paadjes, maar blubber, steile heuvels en mul diep zand, waar je door
heen moet slingeren. Het heet ook niet voor niks een cross! Tijdens het inlopen
begin ik als een gek te zweten. Heb ik te veel laagjes aan bij 10 graden of is
het een soort angstzweet? Een volwassen kerel van veertig jaar die nerveus is
voor iets wat hij vaak doet: hardlopen? Ja, dus. Ik ben weer bijna net zo
nerveus als toen ik acht was.
Als ik snel ben kan ik de start en finish van de jeugdcross
nog zien. Maar het woordje snel had ik beter niet kunnen denken. Eerst de
ingang vinden van Haag atletiek. Dat is
nog een stukkie lopen om het complex heen. Bij het ophalen van het startnummer
piepen een aantal moeders met kroost voor. Die moeten eerder starten, dus ik
strijk met mijn hand over mijn hart. “Na-inschrijving of vooraf ingeschreven?” “Het laatste” antwoord ik. “Dan moet u bij de
andere rij zijn”, zegt de vrouw achter de tafel. Bij de andere rij hebben ze na
vijf minuten het startnummer nog niet gevonden, terwijl ik wel op de inschrijflijst
sta. Na toiletbezoek nog steeds geen nummer. “Mogen mensen van Sparta niet mee
doen dan?” grap ik. Op dat moment gaat er een lichtje op bij de mensen achter de inschrijftafel. Ooh, dan
hebben we nog een ander stapeltje. Met nummer en speldjes spoed ik me weer richting
parcours. Ik vraag of er ook een achteruitgang is aan een atleet op de grote atletiekbaan
van het mooie complex van Haag Atletiek. “Yeah, you can just jump over “zegt de
atleet zonder een woord Haags. Achter de omheining zie ik een ruime gracht.
Zeker een verspringer denk ik nog. Das lekker dan. Ik kan weer 2 kilometer
terug en omlopen. Hijgend sprint ik de steile heuvel richting parcours op.
Net op tijd zie ik de eerste jongens en meisjes voorbij
stormen. Ze lopen 1 rondje maar als ik doorloop kan ik de winnaars nog zien
finishen, wat lukt. De kleintjes zijn al razendsnel. Ik moet nog terug naar
mijn auto en zal over ruim een kwartier moeten starten. Weer zet ik me in gang
en ben net op tijd voor mijn eigen start. Ik had een tiental snelle baanatleten
verwacht, maar er doen ook veel jeugd en oudere recreatieve lopers mee. De meeste echte kleppers doen de lange cross.
Mijn vrees dat ik laatste ga worden wordt minder.
Twee rondjes mogen we ploeteren op het selectieve zware
parcours. Na de heuvels en de scherpe bochten naar beneden en door het mulle
zand volgt een modderig paardenpad. Het
einde is een slalom door kreupelhout en
met mos bezaait hobbelig grasveld. Na het eerste rondje snak ik naar adem. Ik
lig bij de eerste tien, maar ben ik niet te enthousiast van start gegaan? Voor
mij lopen een snelle baanatlete van haag Atletiek en een jeugdige atleet van
Sparta. Tegen beter weten in probeer ik aan te haken. In gedachten zie ik mezelf al wandelen en
door het halve veld ingehaald worden.
Ik bijt nog even op mijn tanden, mijn 14 jarige metgezel (ik hoor later dat hij Isam heet) heeft het ook zwaar. Hij lost me
twee keer, maar ik kan twee keer terugkomen, al zegt mijn lichaam “laat lekker
gaan joh”. In de laatste 2 bochten gebeurt er iets wonderlijks: zowaar een eindsprint, of iets wat daar op moet lijken uit het vermoeide lijf. Eigenlijk voel ik me schuldig dat ik zo’n jong ventje als
locomotief bedank voor bewezen diensten en hem vlak voor de finish inhaal. Kapot plof ik in
het gras.
Een 7e plaats totaal (en 2e bij de heren 35+) in 18 minuten.
Tevreden, al sta ik sta weer met beide benen op de grond als ik hoor dat nummer 1, maar liefst ruim twee minuten sneller is dan ik (en dat over maar 4 km). Ik geniet nog na van de lange cross, die de laatste is van de lokale competitie van vier lopen. Spartaan Vincent Trinthamer wint nu eens niet, maar hij is dan ook ziek geweest. Winaar Pacal van Troost van Haag Atletiek zie ik viermaal als een komeet over het parcours scheren (en dan is hij onderweg ook nog gevallen) en ligt al snel mijlenver voor op de rest. Na afloop is het een gezellige boel waar oliebollen, bekers(prijzen) en bier over de tafel rollen.
Tevreden, al sta ik sta weer met beide benen op de grond als ik hoor dat nummer 1, maar liefst ruim twee minuten sneller is dan ik (en dat over maar 4 km). Ik geniet nog na van de lange cross, die de laatste is van de lokale competitie van vier lopen. Spartaan Vincent Trinthamer wint nu eens niet, maar hij is dan ook ziek geweest. Winaar Pacal van Troost van Haag Atletiek zie ik viermaal als een komeet over het parcours scheren (en dan is hij onderweg ook nog gevallen) en ligt al snel mijlenver voor op de rest. Na afloop is het een gezellige boel waar oliebollen, bekers(prijzen) en bier over de tafel rollen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten