Plaatselijke koorts leidt tot overbevolking

De Jacht naar een PR
Hardlopers klagen nogal eens over pijntjes. Ik ben daar geen uitzondering op. Na toch wel serieus trainen had ik op het een na laatste rondje en de afsluitende sprintjes iets te veel mijn best gedaan. Resultaat, een zeurende "pijn" in rechter achillespees en linker hamstring. Met her en der mensen die hun startnummer aanbieden vanwege blessure, slaat de vrees om als toeschouwer de CPC te lopen toe. Gelukkig lijken op de ochtend van de "grote dag", de spieren het te doen. Wel wordt ik wakker met een stijf gevoel. In mijn nek. Op zich niet erg, want ik ben niet van plan om achterom te kijken tijdens de race. Wel heb ik een record in gedachte. In Egmond had ik dit jaar voor mijn doen een waanzinnige 1.36.04 op de klokken gebracht, dus onder de 1.35 was nu het streven.

De aanloop
Er is een weer omslag voorspeld en die komt uit. Vorig jaar was er ook een omslag van het weer, maar toen andersom. Na een heerlijke week, lag de temperatuur op de loopdag toen rond het vriespunt. Nu zal het -een dit jaar nog niet gevoelde 18-19 graden worden - met een prikkend zonnetje. Om 10.15 ben ik bij het pannenkoekenhuisje aan het Malieveld, waar al veel mensen op mij wachten. 

Als coach van de pupillen bij AV Sparta begeleid ik met andere trainers de jeugdige atleten (7-11 jaar) op de 2,5 km. Het zijn er maar liefst 30 en allemaal hebben ze een geel clubshirt aan, dezelfde kleur als de CPC -crew. Na de gezamenlijke warming-up en foto lopen we naar de start. Ernst & Bobby hebben met de 1 km kinderloop dan plaats gemaakt voor harde swingende muziek. De jongste kinderen lopen met de oren dicht, maar swingen lekker mee.
Ik loop het eerste stuk mee en ook het laatste gedeelte moedig ik aan. Alle kinderen komen soepel en blij en in 1 stuk over de finish. Veel toeschouwers en ouders spreken mij aan vanwege mijn trainersjas .

Ook kom ik lopers tegen die voor het eerst de CPC gaan lopen en bij Sparta hun voorbereidingen hebben afgewerkt. Sommigen zijn nerveus, anderen fanatiek, weer anderen willen gewoon de finish halen. Bij de bocht voor de finish heb ik nog ruimte voor een mooi plekje als toeschouwer.
Vooral de eerste twee lopers maken indruk door ver voor de rest van het veld te eindigen. Joeri, een snelle loper uit mijn trainingsgroep (die knap 15e wordt) verteld dat hij toch wel last had van de warmte. Op de Javalaan (de bekende "roggelroute") blijft de warmte behoorlijk hangen en schijnt de zon op je bezwete gezicht.
Rode ballon
N
a het begroeten van andere leden van mijn atletiekclub (eerst afdeling Den Haag en even later mijn Voorburgse trainingsmaatjes) komen mijn vriendin en mijn uit Portugal overgekomen ouders binnen druppelen. Zelfs mijn broer uit Vught doet mee. Wat zal het rustig zijn in de rest van Nederland. Ik probeer een kop koffie (doping) probeer te scoren raak ik opeens iedereen kwijt. Van een goede warming-up is niet echt sprake, (zelfs op de Koekamplaan struikel je over de springende en strekkende atleten). Mijn lange broek en bril duw ik in de handen van iemand van AV Sparta en ik ga op zoek naar mijn startvak.


Teresa en ik gaan snel op weg en halen al veel lopers in aan de linkerkant van de weg.
Met een mooi en strak gemiddelde van 13,6 km per uur houden we mooi zicht op de rode ballon die ongeveer 200 meter voor ons uit loopt. De wind is licht tegen, dus het tweede deel zou makkelijker moeten zijn. We passeren good-old (but still young) Rob en bij kilometer vier komen we ook een andere trainingsgenoot, Erwin, tegen.


Met zijn drieën lopen we over het midden van de weg. Er is inmiddels wat meer ruimte, de weg is niet meer volledig bezaait met lopers. Met behulp van mijn Garmin Forerunner en de rode ballon geef ik het tempo aan. Langs de kant krijgen we veel aanmoedigingen. Niet alleen van de partner en familie van mijn trainingsgenoten, maar ook van mensen die supporter zijn van de zwart-gele brigade . Ligt het aan de jubileum-editie of het mooie weer dat er meer wordt aangemoedigd en er meer toeschouwers zijn dan vorige jaren?
Gele ballon
Ondanks dat het tempo constant blijft, heb ik het zwaar. Het kost me steeds meer moeite. ik blijf goed drinken en met de meegeleverde spons kan ik ook mijn bezwete hoofd van vocht voorzien. "Waar is de rode ballon..? ja daar. Achter een nog steeds grote meute, zie ik mijn doel en ik volg de rode "wortel" als een haas Ik loop niet soepel meer en dat heeft deels te maken met druk op mijn blaas.

Last van de gele ballon, verdorie ik moet plassen. Ik besluit door te gaan en hoop dat ik het vocht vanzelf uitzweet. Bij kilometer 8 gaat het tempo iets naar beneden, even laat ik Erwin wat kopwerk doen. Teresa zit er ook nog steeds bij. Ik hoor haar niet meer praten, dus zij zal het ook zwaar hebben. Na een doorkomst van 45 minuten op de (bruto) klok (dit zal na afloop netto exact 44,00 zijn) neem ik een moeilijke beslissing. Ik kies een plek in de berm en vertel Teresa dat ik een sanitaire stop ga maken. Net voor mij schiet ook een dame in een blauw shirt (wat dieper) de bosjes in.
Na een kleine halve minuut zijn we beiden weer op pad. Het tempo en mijn metgezellen zijn weg, het ritme gebroken en ook een PR is verloren. Denk ik. "Wandelen of sjokken ?"gaat er nog even door mijn hoofd. Maar om door iedereen als een toerist te worden ingehaald of uit te stappen...dat nooit! Teresa zie ik een dikke 200 meter verder lopen.
- Mattijs v. D snel langs het Kurhaus
Met haar donkere haren en felgele shirt is ze makkelijk te herkennen. Langzaam komt het ritme terug en het gaat nu eigenlijk veel ontspanner..pff dat luchtte op. Tot 13 kilometer hou ik Teresa in het vizier, maar ik merk dat ik het tempo niet meer kan handhaven.
De warmte neemt toe, en de zon geselt mijn gezicht. De benen zijn niet meer soepel. De rode ballon ben ik ook kwijt. De gele gelukkig ook.
De druk van de sociale media
Er zijn al behoorlijk wat lopers die hun tempo naar beneden moeten aanpassen, wandelen en zelfs een paar die stoppen of omkeren. Mijn gedachten gaan uit naar de CPC van 2011, toen ik ongetraind dacht om 12 km per uur te kunnen lopen. Op het 13 km punt bij de van Boetzelaerlaan kwam ik de man met de hamer tegen. Twijfel, vertwijfeling.

" Think happy thoughts!" beveel ik mezelf. Ik schakel in mijn hoofd over naar de Meijendel trainingsloop van een week eerder, waar ik in een flow zat. Het blijkt tijdelijk te werken, de rust in hoofd en lichaam keert terug. Ik kan aanhaken bij een soepel lopende leeftijdsgenoot en het tempo gaat weer naar 13 km/u. Bij het 15 kilometer punt voel ik dat mijn krachten toch echt op zijn. iets verder draaien we de Strandweg op.
Ik zie een rode ballon de lucht in gaan. Pas iets later denk ik: "DE rode ballon. Mijn doel vervliegt in de lucht. Gebakken lucht. Gek genoeg lig ik nog steeds op een schema van 1.35 . De fut is er definitief uit. Even later haalt. Spartaan Matthias -in training op Rotterdam en normaal achter mij eindigend - haalt mij in ter hoogte van de boulevard. Aanmoedigingen van trainers Bram, Theo en andere bekenden slepen mij er door heen, al is kilometer 16 met een tempo van 5 minuten per kilometer niet iets om vrolijk van te worden.
De man met de sloophamer
Ik besluit om niet meer op mijn klokkie te kijken. dat is ook geen motivator meer. Uitgewoond, steen -kaahpottt, naar de vaantjes, geradbraakt, zo voel ik me in mijn gevecht tegen me zelf. Ik wordt nu door veel lopers ingehaald, iets wat ik niet zo gewend ben, niet in deze mate. Zij kunnen het tempo wel handhaven of nog versnellen.
" Niet op letten" zeg ik tegen me zelf en probeer ontspanning terug te vinden door van de ambiance te genieten. Het is druk op de strandweg. En niet alleen op het parcours . De mensen zijn voor het leeuwendeel echter niet voor een "dagje zee en strand" gekomen. Scheveningen, nog een kolere end naar de finish. Vijf kilometer te gaan en we zijn nog niet eens bij de bocht naar de Badhuisweg, waar een lang geestdodend traject volgt (tenzij de toeschouwers je er doorheen slepen).
Dan hoor ik opeens "kom op (kom op) nou he". Verbaasd kijk ik opzij. Het is niet Tatjana Šimić, maar wel snelle Hans (Hermans), die in een voor hem langzaam tempo loopt (had weinig kunnen trainen, red). Ik overweeg om met hem naar de finish te lopen.

Maar als het dan naar beneden gaat en we op de Badhuisweg zitten merk ik dat ik toch alweer een stukje op hem voor lig. Als ik in dit tempo doorga moet ik onder de 1.40 kunnen finishen en dat is nog steeds mijn 2e beste tijd op deze pittige afstand.
"De dood of de gladiolen"(nou ja, een biertje bij de finish dan) moedig ik mezelf aan. In de laatste anderhalve kilometer kan ik weer aanhaken bij iemand en zelfs versnellen. Ik kies wat mikpunten voor me uit om die bij te halen of om mee naar de streep te lopen.



Gemoedsomslag

"Not to finish, but to have the courage to start is what counts". In mijn geval: ik heb een goede poging gedaan om een PR te halen, de schade beperkt gehouden en stiekem toch genoten (van de sfeer en ook van het lijden ja). De lopers blijven binnenstromen en na afloop worden ervaringen gedeeld.

Het is 5 uur als ik met ouders en vriendin huiswaarts keer. Een lange stoet mensen loopt richting Centraal Station, maar het centrum is nog steeds door hardloopliefhebbers bezet. In de pizzeria praten we nog een keer na. Even geen pasta meer, maar een pizza quatro formaggi. Volgend jaar kom ik terug (en dit zeg ik dan maar even fluisterend...dan wel 1.35 uur).
Geen opmerkingen:
Een reactie posten